maandag 30 september 2013

Maandag 30 september 2013


Shaken voor Fair Trade

Campagne - 30/09/2013

Het Belgisch Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (het BTC) gaf bureaus de opdracht om op een leuke manier buzz rond de Week van de Fair Trade te creëren en op een leuke en engagerende manier consumenten te motiveren om mee te doen. 

De macht van de consument moest daarbij als de rode draad lopen doorheen de campagne. De opdracht werd gewonnen door Cojak dat als inspiratiebron Marianne van Delacroix verkoos. Dat beeld lag aan de basis voor de uitwerking van het concept. Dat werd uiteraard met de nodige knipoog geïnterpreteerd, een klein beetje 'tongue-in-cheek'.

Daarbij werd de banaan doorheen de campagne als symboolproduct gebruikt: een grappige vorm en een icoon van een fairtradeproduct. Anderzijds heeft de week van de Fair Trade een geel met zwart “Fair Trade on board”-logo dat goed met de banaan geïntegreerd kon worden. Ook de headline “Ga voor fair trade, da's machtig!” is een call for action met die knipoog, ver weg van het saaie en vervelende opgestoken vingertje. 

Cojak ontwikkelde een nationale campagne in drie talen die op 1 oktober op gang wordt getrokken via een ludieke perslanceringsactie. Het Belgisch bobsleeteam de “Belgian Bullets” en een ploeg van vier Belgische atleten lopen dan een bananen-estafette-race. Doel van de actie is voor de nodige persaandacht zorgen en het genereren van free publicity.

Tegelijkertijd loopt op de openbare tv-zenders en online een campagneclip waarbij consumenten met de banaan als symbool de macht opeisen als consument. Er verschijnt ook een bijlage in Knack en Le Vif en er is een kleine advertentiecampagne in Metro om voor voldoende bereik bij een breed publiek te zorgen. Affiches en promomateriaal ondersteunen de organisatoren van de weekactiviteiten en verhogen de visibiliteit tijdens de week.


Om ervoor te zorgen dat de week online niet ongemerkt voorbijgaat, bedacht Cojak bij de reeds bestaande website www.weekvandefairtrade.be, een ludieke consumentenactie. Via bannering en social media wordt iedereen opgeroepen om virtueel als banaantje te shaken voor meer fair trade in zijn/haar gemeente. De bananenshake is mogelijk op de website van de Week van de Fair Trade. Men kan er een grappig dansend banaantje personaliseren en sharen op Facebook en Twitter. Hoe meer banaantjes shaken hoe groter de impact bij de gemeentes. Om deze online-actie op gang te trekken, zullen onder andere de Minister Jean-Pascal Labille, the Belgian Bullets en radiopresentatoren de onlineshake doen. 



Concept en Creatie: Cojak

Art Direction: Filip Bullens en Batist Vermeulen

Copywriter: Els Depauw

Regie voor de spot: Mick Traen

Fotografie: Filip Bullens en Mick Traen



(PUB, 2013)


Bureaus kregen de opdracht van het Belgisch Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (het BTC) om op een leuke manier buzz rond de Week van de Fair Trade te creëren en op een leuke en engagerende manier consumenten te motiveren om mee te doen.  Cojak ontwikkelde een nationale campagne in drie talen die op 1 oktober op gang wordt getrokken via een ludieke perslanceringsactie.Doel van de actie is voor de nodige persaandacht zorgen en het genereren van free publicity.

Tegelijkertijd loopt op de openbare tv-zenders en online een campagneclip waarbij consumenten met de banaan als symbool de macht opeisen als consument.

Om ervoor te zorgen dat de week online niet ongemerkt voorbijgaat, bedacht Cojak bij de reeds bestaande website www.weekvandefairtrade.be, een ludieke consumentenactie. Via bannering en social media wordt iedereen opgeroepen om virtueel als banaantje te shaken voor meer fair trade in zijn/haar gemeente. De bananenshake is mogelijk op de website van de Week van de Fair Trade. Men kan er een grappig dansend banaantje personaliseren en sharen op Facebook en Twitter. Hoe meer banaantjes shaken hoe groter de impact bij de gemeentes. 

zondag 29 september 2013

Zondag 29 september 2013


CIM 2013: de cijfers


25 september 2013
Nieuws - Media

De markt zat er met een gerechtvaardigd en onverholen ongeduld op te wachten en hier zijn ze dan: de resultaten van de studie CIM Pers en Cinema 2013. We stellen u hier een analyse voor, uitgewerkt door Space, voorafgegaan door een onvermijdelijke methodologische waarschuwing. Geduld, de tijd van vergelijken komt nog… over zes maanden. In afwachting hebben de dagbladen de zaken naar hun hand weten te zetten door het bewijs te leveren van de symbiose met hun digitale bestaan.  

Methodologie

De grote nieuwigheid van deze pers- en cinemastudie is een vernieuwde visie op de verschillende publieksgroepen: vandaag wordt bij het lezerspubliek waar het CIM verslag van doet voor de dagbladen, magazines en huis-aan-huisbladen ook het digitale lezerspubliek in aanmerking genomen.

Met dat doel zijn er een aantal methodologische wijzigingen doorgevoerd:
-Vereenvoudiging van bepaalde vragen
-Een origineel ondervragingsproces
-Er zijn een heel aantal inspanningen gedaan zodat de ondervraagden de gebruikte apparaten en de gelezen digitale versies correct zouden identificeren.

De omvang van de wijzigingen impliceert dat het, voor de pers althans, weinig zin heeft om vergelijkingen te maken met de cijfers uit het verleden. Wel kunnen we nu de netto-inbreng van het digitale luik tegenover het lezen op papier analyseren.
Het is geen verrassing dat de dagbladpers het meeste voordeel haalt uit de nieuwe publieksorde: applicaties en PDF-versies zorgen voor gemiddeld 4% meer lezers in de afgelopen periode en het volledige aanbod aan digitale toepassingen is goed voor gemiddeld 20% meer lezers. De situatie verschilt wel nogal van publicatie tot publicatie.
De magazinepers haalt minder voordeel uit de nieuwe inbreng: applicaties en PDF-versies brengen maar 1% stijging tegenover de papieren versie en het totale digitale aanbod levert gemiddeld 7% netto lezers extra op. De nieuwsmagazines, economische en thematische magazines doen het echter veel beter.

Voor de “pers” voorziet de studie drie “lagen”:
-De “toestellen”: apparaten die de toegang tot digitale versies mogelijk maken,  
  namelijk de computer (desktop of laptop), de tablet met touchscreen, de smartphone
-De “versies”: het elektronische format voor de inhoud
-En het format: papier of elektronisch

Het geheel van deze lagen vormt het mediamerk (media brand), zoals te zien in het volgende schema:

 











De enquêtering gebeurt zoals weergegeven in het schema hieronder: als een persoon geen enkele digitale lectuur vermeldt, krijgt hij of zij de vragen “zoals vroeger”, enkel over het papier. Voor de anderen begint men met de vragen over de papieren media: leesfrequentie, hoeveelheid gelezen en manier van verkrijgen. Daarna volgen de vragen over de digitale lectuur die over maximum zes combinaties van versies en toestellen gaan. 

















Tenslotte levert het nieuwe terrein van de CIM persstudie niet meer dan drie indicatoren op:
-Het “papieren” publiek dat op zich het minst nieuwe element is en nog steeds de referentie blijft voor mediaplanning, ook wel de “currency” genoemd.
-Het “papieren + digitale” publiek voegt het publiek van de papieren en de digitale versies, zonder de websites, samen.
-Tenslotte voegt de indicator “total brand” het voorgaande samen met het publiek dat aangeeft internetsites van krantenuitgeverijen te lezen. Het gaat om een variabele die zich leent voor analyse en algemene bewijsvoering (bijvoorbeeld over duplication en profiling) maar niet voor mediaplanning aangezien de manieren om het web te commercialiseren heel specifiek zijn en men in principe niet de mogelijkheid heeft om het totale beschikbare publiek te vermarkten.

   
Pers: we spreken niet meer over het verleden maar over papier vs. digitaal
Vergelijkingen met het verleden zijn niet gerechtvaardigd en niet wenselijk: ook al bieden een heleboel elementen continuïteit en ook al bestaat de verleiding om de cijfers van vandaag te vergelijken met die van vroeger, de nieuwe studie moet gezien worden als “jaar nul”. Over zes maanden komt er sowieso nieuwe data aan die vergeleken kan worden met de data van deze maand.

Kranten: de digitale “booster” 
Voor de kranten vindt u de antwoorden over de verhouding papier vs. digitaal weergegeven in de onderstaande tabel. Die vermeldt
-          het publiek van de laatste periode “papier” in duizendtal en in procent volgens de totale CIM-bevolking van 12+.
-          het publiek van de laatste periode “papier+digitale versies”het lezerspubliek van de laatste periode van het mediamerk
-          twee indexen berekend op basis van het papieren publiek: de eerste meting van de uitbreiding van het lezerspubliek bij het in acht nemen van “paper+digital” en de uitbreiding bij het incalculeren van alle digitale kanalen, ook de websites.

   
Voor alle kranten ligt de gemiddelde inbreng van het digitale rond de 4% en de uitbreiding dankzij “total brand” op 20%. Digitaal kan dus rekenen op 20% extra lezers tegenover de papieren versies. De Tijd wint het meeste met de nieuwe publieksgroepen: + 13% in “paper+digital” en bijna een verdubbeling van het lezersaantal als we de website erbij tellen. Enkel Metro wint in feite praktisch niets met het digitale. Voor de andere titels brengt het “paper+digital” minstens 3% netto “niet-papier” lezers op en “bonussen” die zelfs tot 10% of meer oplopen (De Standaard en De Morgen, en De Tijd zoals eerder vermeld). Aan Franstalige zijde brengt het “paper+digital” model het meeste op voor l’Echo, La Libre en le Soir. De inbreng van het web is er belangrijk: bij de dagbladpers is er sprake van bijkomend publiek dat soms oploopt tot 50%, meer dan bij De Tijd. Het weekblad Krant van West-Vlaanderen strijkt in dit spelletje minder winst op.

Magazines: afhankelijk van de publicaties en hun onderwerpen
De magazinepers heeft zich duidelijk minder ontwikkeld in de digitale wereld. Volgens het erkenningsmechanisme van het CIM zijn er slechts 16 titels met een digitaal luik in hun verspreiding, wat maar goed is voor 0,2%.
In lijn met deze erg beperkte ontwikkeling, wint de weekbladpers (zie hieronder, zelfde organisatie als voor de kranten) gemiddeld slechts 1% lezers netto per titel dankzij de referentie “paper+digital”. En we komen aan slechts 7% uitbreiding van het lezersaantal tegenover het papier door de “brand” dimensie in aanmerking te nemen. De belangrijkste digitale expansie is terug te vinden bij de “economisch-financiële” publicaties zoals Netto-Mon Argent (index 189 t.o.v. papier), Trends/Trends-Tendances (index 139) en de nieuwsmagazines (Soir Magazine 115; Knack 114 of Vif-Express 113).

Op vlak van de digitale inbreng vertoont de lijst van maandbladen grotendeels dezelfde karakteristieken als de weekbladen: zeer zwakke inbreng (1% gemiddeld) van het “paper+digital” maar iets meer winst in lezersaantal wanneer we ook de aanwezigheid op het web in aanmerking nemen: een index van 109 tegenover het papier. Moto & Loisirs is de kampioen van de “digital+paper” expansie maar de winst blijft beperkt tot 3%. Het merendeel van de titels (27/42) wint niets met deze indicator. De invalshoek “total brand” doet lezers winnen voor AutoWereld, Ik ga bouwen/je vais construire, Menzo, Vitaya, Tu Batis, je Rénove/Beter (Ver)Bouwen, Ché en Moto & Loisirs, overwegend magazines met een uitgesproken thema. 11 maandbladen presenteren exact hetzelfde publieksniveau voor “total brand” als voor “paper”.

Tenslotte vertonen de tweemaandelijkse tijdschriften expansieratio’s die meestal aanzienlijk zijn als men het “total brand” in aanmerking neemt: Autogids wint 50% netto lezers in deze opstelling en Moniteur Automobile gaat er 32% op vooruit in vergelijking met het papier. We zien hier ook de titel Data News die pas aan de publicatiedrempel komt wanneer men alle publieksgroepen bij elkaar voegt: papier, digitaal en web.

Wordt vervolgd 
Gelukkig blijft het niet bij het analyseren van historische evoluties en het beschrijven van methodologische wijzigingen. Anders zou deze CIM Pers 2012-2013 best saai zijn! De verdubbelingen en kruisende profielen van de verschillende versies van de perstitels zullen in de nabije toekomst ongetwijfeld voer zijn voor analyses en ontdekkingen. De bal ligt nu in het kamp van de uitgevers – vooral van de dagbladpers - om procedures voor het commercialiseren in te stellen die het papier en het digitale echt combineren, aangezien het hun wens is om de Belgische markt te overtuigen de “paper+digital versions” te gaan gebruiken als waarde voor mediaplanning (de “currency”) voor de pers. Ook is het nog even wachten op een vollediger overzicht van de gratis pers, dat nu nog niet volledig is.

(PUB, 2013)


De resultaten van de persbereikstudie van het CIM die op 24 september verschenen, luiden het begin van een nieuw tijdperk in. Onder andere door de introductie van indicatoren die ook rekening houden met de digitale platformen en de halfjaarlijkse publicaties. De analyse werd uitgewerkt door Space.

De grootste vernieuwing die deze pers- en cinemastudie introduceert is de analyse van het digitale lezerspubliek. Naast de papieren versies van de dagbladen, magazines en huis-aan-huisbladen, worden nu dus ook de digitale versies onderzocht. Hiervoor werden enkele methodologische veranderingen geïntroduceerd: de vereenvoudiging van bepaalde vragen, een origineel ondervragingsproces, enkele inspanningen zodat de ondervraagden de gebruikte apparaten en de gelezen digitale versies correct zouden identificeren.

Uit de resultaten blijkt dat het volledige digitale aanbod van de dagbladpers 20% meer lezers genereert. Applicaties en PDF-versies van de magazinepers levert echter maar een stijging van 1% op.

De studie deelt de ‘pers’ op in 3 ‘niveaus’:
1.    De toestellen: computer, tablet, smartphone
2.    De versies: het elektronische format voor de inhoud
3.    Het format: papier of elektronisch

De enquêtering gebeurt als volgt: wanneer de ondervraagde geen digitale lectuur vernoemd, krijgt hij of zij de vragen ‘zoals vroeger’, dus enkel over papieren versies. Ook voor de andere ondervraagden begint de enquête met vragen over de papieren media: leesfrequentie, hoeveelheid gelezen, manier van verkrijgen. Hierna volgen vragen over digitale lectuur.

Dit nieuwe domein van het CIM personderzoek brengt drie indicatoren met zich mee:
1.    Het ‘papieren’ publiek
2.  Het ‘papieren + digitale’ publiek, deze indicator voegt het publiek van de papieren en de digitale versies, zonder de websites, samen.
3.    De ‘total brand’, deze voegt het voorgaande publiek samen met het publiek dat internetsites van krantenuitgeverijen leest.

Zo ligt voor alle kranten de gemiddelde bijdrage van de digitale versies rond de 4% en dankzij de ‘total brand’ op 20%. De digitale lectuur zorgt dus voor 20% extra lezers. Binnen de magazinepers zijn er echter slechts 16 titels met een digitale versie, wat maar goed is voor 0,2%.






1,26 miljard Facebookgebruikers in één beeld

 

Zondag 29 september 2013 – 11:01
Jns
















De Argentijnse webdesigner Natalia Rojas is er in geslaagd om alle profielfoto’s van de ruim 1,26 miljard Facebookgebruikers bij elkaar te brengen. Het resultaat valt te bewonderen op thefacesoffacebook.com.
De foto’s zijn chronologisch gerangschikt, dus Facebook-oprichter Mark Zuckerberg staat helemaal vooraan. Je kan inzoomen en via je Facebook-account op zoek gaan naar de plaats van jouw foto in de schier eindeloze lijst.
The Faces of Facebook vormt volgens Rojas geen inbreuk op de privacyregels van de sociale netwerksite. ‘We slaan geen privé-informatie, foto’s of namen op’, klinkt het.

(Jns, 2013)



Natalia Rojas, een Argentijnse webdesigner, heeft de profielfoto’s van ruim 1,26 miljard Facebookgebruikers samengebracht. Het imposante resultaat is te bezichtigen op thefacesoffacebook.com. Aangezien de foto’s allemaal chronologisch geordend zijn, staat de profielfoto van Mark Zuckerberg op de eerste plaats. Via je eigen Facebook- account kan je ook op zoek gaan naar je eigen profielfoto. Rojas vermeldt wel dat er geen privacyregels worden overtreden.

zaterdag 28 september 2013

Zaterdag 28 september 2013

Het vertrouwen in reclame neemt toe

Dinsdag 24 september 2013 - 21:06
Media Marketing

 













Vijf jaar na de eerste verschijning voerde Nielsen een tweede ‘Trust in Advertising’ onderzoek. De field vond plaats in februari en maart van 2013, bij 29.000 consumenten in 58 landen. Uit de studie blijkt dat het vertrouwen in reclame toeneemt, zowel in de traditionele als in de digitale media. Het vertrouwen in de merkensites (69%) en in de online geposte meningen van de consumenten (68%) veroverden respectievelijk 9 en 7 punten extra tegenover 2007. Ze worden de meest invloedrijke contactpunten, na de aanbevelingen van naasten (84%). Alle andere gemeten digitale contactpunten zien het vertrouwen toenemen: +7 punten voor e-mailing (56%), +14 voor search (48%), +16 voor banners (42%) en +19 voor sms (37%). Online videoreclame, sociale netwerken en mobiele banners werden in 2007 niet gemeten; ze wekken vertrouwensindexen tussen 48% en 45%. Televisiereclame (62%), radio (57%) en bioscoop (56%) kregen respectievelijk 6, 3 en 18 punten meer vertrouwen. Ook reclame in de magazines (60%) veroverde 4 punten en komt in de buurt van het vertrouwen in dagbladen (61%) dat twee punten moet afstaan. Outdoor (niet gemeten in 2007) wekt 57% vertrouwen. Sponsoring is goed voor 61% (+12 punten). Nielsen mat ook in welke mate elk touchpoint aanzet om tot actie over te gaan. Dat hangt ongetwijfeld samen met het vertrouwenspercentage, maar toch stelt Nielsen enkele nuances vast. Zo haalt televisiereclame een beter resultaat wat het tot actie overgaan betreft dan het vertrouwenspercentage (+6 punten). Dat geldt ook voor alle digitale formaten. Omgekeerd ligt het percentage van tot actie overgaan lager bij bioscoop- en radioreclame. Vermelden we tot slot dat Europeanen wantrouwiger staan tegenover reclame dan Amerikanen, Aziaten en Afrikanen. Voor bijna alle contactpunten ligt hun gemiddelde vertrouwenspercentage en de mate waarin ze tot actie overgaan lager dan in de andere werelddelen.

(Media Marketing, 2013)


Voor de tweede maal heeft Nielsen een ‘Trust in Advertising’ onderzoek uitgevoerd. Hierbij werd bij 29.000 consumenten uit 58 landen gepeild naar het vertrouwen in reclame. Uit de resultaten is af te leiden dat het vertrouwen in reclame, zowel in traditionele als in digitale media, wel degelijk toeneemt.
De aanbeveling van naasten wordt beschouwd als het meest invloedrijke contactpunt (84%). Hierna volgen merkensites (69%) en de door de consument online geposte meningen (68%). Ook het vertrouwen in alle andere digitale contactpunten neemt sterk toe: e-mailing, search, banners, en sms. Online videoreclame, sociale netwerken en mobiele banners werden echter voor de eerste maal gemeten, deze vertrouwensindexen schommelden tussen de 45% en 48%.
Bovendien stijgt het vertrouwen van de consument in televisiereclame, radio, bioscoop, magazines, en dagbladen. Nielsen stelt ook vast dat televisiereclame het snelst aanzet tot actie. Toch blijkt uit deze studie dat Europeanen wantrouwiger staan tegenover reclame dan Amerikanen, Aziaten en Afrikanen.






 "Jan Becaus is van alle markten thuis"


Donderdag 26 september 2013 - 21:23
Sara Van Poucke

 

 

 











OP12 is vanavond het nieuwe jongerenprogramma "Carte blanche" gelanceerd. De eerste aflevering was meteen ook een live openingsparty, in goede banen geleid door het pas gepensioneerde nieuwsanker Jan Becaus, die fungeerde als MC of master of ceremony.

De eerste aflevering van "Carte blanche" werd uitgezonden vanuit de Waagnatie in Antwerpen.

Bert De Clercq en Barbara Dzikanowize presenteerden in de studio, bijgestaan door Thomas Verbruggen, Samir Karbi, Kevser Marasligil en Mourad Baaiz.
De zes nieuwkomers zijn door de VRT geselecteerd om een nieuw participatief en interactief jongerenaanbod te creëren dat volgend jaar klaar moet zijn. Meer dan 800 jongeren hadden zich ingeschreven om deel uit te maken van het project. 21 vertrokken er uiteindelijk op bootcamp. Van de hele selectieprocedure voor "Carte blanches" werden tijdens de eerste aflevering filmpjes getoond.
De eerste aflevering was gewijd aan de sociaalnetwerksite Instagram, een website om foto's en filmpjes te delen. Pas gepensioneerd nieuwsanker Jan Becaus werd door de "Carte blanche"-jongeren gevraagd om de "Instagrammies" uit te reiken, prijzen voor de beste Instagramfilmpjes. Ook mocht hij de Istagramfuif met o.a. Martin Garrix, The Opposites en Gunther D op gang trekken. Martin Garrix kreeg tijdens de tv-show ook een platinum plaat (goed voor 30.000 singles) voor zijn hit "Animals".

 

"Mijn eerste tv-moment? Ik wil er niet meer aan denken


Vooraf werd Becaus nog even geïnterviewd door de "Carte blanche"-presentatoren.

Ze wilden weten hoe zíjn eerste tv-moment verliep. "Ik wil er niet meer aan denken", zei Beacus. "Het is helaas bewaard in de tv-archieven en vertoond op de afscheidsreceptie naar aanleiding van mijn pensioen."
Op die receptie was trouwens ook een "Carte blanche"-reporter aanwezig. Zij wilde van zijn collega's dan al weten hoe hij het er als MC van de Istagramfuif van af zou brengen. Tim Pauwels had er het volle vertrouwen in. "Je zult merken dat Jan van alle markten thuis is", stelde hij het "Carte blanche"-team gerust.

"Carte blanche" OP12 maar ook op YouTube


De uitzendingen van "Carte blanche" worden naast OP12 ook elke donderdagavond live gestreamd worden via het YouTube-kanaal van het jongerenproject.
Het is daarmee het eerste programma van de openbare omroep dat simultaan via de bekende videosite bekeken kan worden. “Dit past uiteraard perfect binnen het kader van "Carte blanche" waarmee we jongeren willen laten experimenteren met nieuwe vormen van televisie”, aldus "Carte blanche"-eindredacteur Björn Dhaenens.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Van Poucke, 2013)

 

Op donderdag 26 september is het nieuwe jongerenprogramma ‘Carte blanche’ OP12 van start gegaan.

Vanuit hun studio in Antwerpen gaan zes geselecteerde Carte blanche-jongeren samen met andere jongeren uit hun netwerk wekelijks op zoek naar vernieuwende televisie. Twaalf afleveringen lang zullen de jongeren experimenteren met alle vormen van media. Zo zal elke aflevering gekoppeld zijn aan een specifiek mediaplatform. Op deze manier tracht de VRT een nieuw participatief en interactief jongerenaanbod te creëren.

In de eerste aflevering, die volledig live was, gingen de Carte Blanche-jongeren alvast aan de slag met de sociale netwerksite Instagram, een website waar foto’s en filmpjes gedeeld kunnen worden. Zo reikte het pas gepensioneerde nieuwsanker Jan Becaus de ‘Instagrammies’ uit, of de prijzen voor de beste Instagramfilmpjes. Hij mocht eveneens het startschot geven voor de ‘Instragamfuif’.

‘Carte blanche’ wil zoveel mogelijk jongeren overal in Vlaanderen bereiken en betrekken. Dit vernieuwend mediaconcept voor jongeren loopt zowel OP12 als online. De afleveringen van ‘Carte blanche’ worden namelijk ook live gestreamd via YouTube. Zo is ‘Carte blanche’ het eerste televisieprogramma van de VRT dat gelijktijdig via deze videosite bekeken kan worden.







Vrijdag 27 september 2013 - 15:36
Ellen Maerevoet















De VRT heeft na een gesprek met Frans Vancoppenolle laten weten dat de omstreden zin uit de dvd van de fictiereeks "Albert II" geschrapt zal worden. Volgens de openbare omroep heeft Frans Vancoppenolle op basis van dit gebaar van goede wil besloten om van verdere gerechtelijke stappen af te zien. De VRT verontschuldigt zich voor het leed dat mevrouw Iris Vandenkerckhove heeft ervaren.

Het gesprek dat er kwam na commotie over de meest recente aflevering van "Albert II" is volgens de openbare omroep "constructief verlopen".
VRT betreurt dat mevrouw Vandenkerckhove zich door de recente aflevering gekwetst voelt en heeft er "oprecht begrip" voor. Het was met deze reeks nooit de bedoeling om haar te kwetsen, klinkt het in een persbericht.
De dvd van "Albert II" zal de bewuste zin die mevrouw Vandenkerckhove kwetsend vindt, niet bevatten. Ook in de herhalingen en in "Ooit gemist" zal deze zin niet meer zitten.
Op basis van dit gebaar van goede wil heeft Frans Vancoppenolle beslist om af te zien van verdere gerechtelijke stappen.

(Maerevoet, 2013)

De omstreden zin van de nieuwe fictiereeks “Albert II” zal geschrapt worden. Zo meldt de openbare omroep na een gesprek met Frans Vancoppenolle. Wie vanaf nu via Ooit Gemist de derde aflevering van de VRT-reeks “Albert II” opvraagt, zal een versie te zien krijgen die enkele seconden korter is dan de versie die zondag werd uitgezonden. Het zinnetje ‘Het is een hoer jongen’, is nu dus verdwenen. De openbare omroep verontschuldigt zich ook en betreurt dat mevrouw Vandenkerckhove zich door de aflevering gekwetst voelt. Frans Vancoppenolle dient geen verdere klacht in.






"Ik wil nooit homo's in reclames voor onze pasta" 


Vrijdag 27 september 2013 - 17:35
Wouter Carton


 










De topman van het Italiaanse bedrijf Barilla, een van de grootste pastaproducenten ter wereld, heeft zich de woede van heel wat mensen op de hals gehaald door te verklaren dat hij geen homokoppels wil in reclame voor zijn merk. "Homo's die daar niet van houden, eten andere pasta." Verschillende organisaties roepen op tot een boycot.

De topman, Guido Barilla, was aan het woord op La Zanzara Radio24. Hij kreeg enkele vragen over stereotiepe beelden in reclamecampagnes. "Waarom is het steeds de vrouw die opdient, terwijl man en kinderen aan tafel zitten te wachten?", zo luidde de vraag. Volgens Barilla kan hij niet anders dan zo'n reclames maken. "Zonder vrouw zou het niet werken." Volgens Barilla zouden zenders in Italië en in het buitenland de advertenties niet willen uitzenden als ze niet aan het stereotiepe beeld beantwoordden.
"Wij hebben een enigszins andere cultuur, voor ons blijft de "sacrale familie" een van de belangrijkste waarden in het bedrijf", zegt hij.

"Onze familie is een traditionele familie. Je kan niet iedereen plezieren. Ik wil nooit reclames met een homokoppel. Niet omdat ik geen respect heb voor homo's, zij hebben het recht om te doen wat ze willen zonder anderen te storen. Maar ik ga niet akkoord met hen, en wij willen traditionele families aanspreken. Daarbij zijn vrouwen cruciaal."
Barilla vreest echter geen kritiek voor die uitspraken. "Homo's die van onze pasta en onze reclames houden, zullen onze pasta eten. Als ze er niet van houden, dan eten ze andere pasta." In het interview zegt hij ook dat hij voor het homohuwelijk is, maar tegen adoptie door homokoppels, "omdat er dan iemand bij betrokken is die er niet voor gekozen heeft".

Snel kwam er flink wat kritiek op de uitspraken, in de eerste plaats op sociale media. Op Twitter was #boicottabarilla een tijdlang trending.

"Barilla provoceert opzettelijk", zegt Arelio Mancuso, voorzitter van Equality Italia, een organisatie die strijdt voor gelijke kansen. "We aanvaarden de uitdaging en we lanceren hierbij een boycot-campagne tegen alle Barilla-producten." Die oproep werd snel en gretig opgepikt, ook onder meer in de Verenigde Staten. Verschillende holebi- en andere organisaties scharen zich achter de boycot, waarbij onderstaande campagnefoto hoort.
Guido Barilla heeft zijn excuses intussen aangeboden. "Ik verontschuldig mij als mijn woorden misverstanden hebben veroorzaakt. Ik wilde enkel de centrale rol van vrouwen in onze reclames benadrukken." Toch lijken die excuses niet te volstaan voor veel activisten.













 (Carton, 2013)

De baas van het Italiaanse bedrijf Barilla, een van de grootste pastafabrikanten ter wereld, heeft op de radio gezegd dat hij geen homokoppels wil in reclame voor zijn pastamerk. Guido Barilla zei letterlijk: "Onze familie is een traditionele familie. Je kan niet iedereen plezieren. Ik wil nooit reclames met een homokoppel. Niet omdat ik geen respect heb voor homo's. Maar ik ga niet akkoord met hen, en wij willen traditionele families aanspreken. Daarbij zijn vrouwen cruciaal. Homo's die van onze pasta en onze reclames houden, zullen onze pasta eten. Als ze er niet van houden, dan eten ze andere pasta.”
De uitspraken deden al snel wereldwijd veel stof opwaaien, en dit vooral op sociale netwerksites. Zo werd de hashtag #boicottabarilla door vele Twitteraars gebruikt. Ook werd er door verschillende holebi- en andere organisaties een boycot-campagne opgestart.
Guido Barilla was geschrokken over de commotie en heeft zich reeds uitgebreid verontschuldigd. Maar voor vele actievoerders is dit nog niet voldoende.






mortierbrigade lanceert Music for Life 2013

Vrijdag 27 september 2013 - 23:32

Media Marketing

 

 









Zoals aangekondigd zal Music for Life, de beroemde fundraising actie van Studio Brussel, dit jaar geen goede zaak voorstellen, maar kunnen de luisteraars dit jaar zelf hun voorstellen posten op musicforlife.stubru.be. De traffic naar de site wordt gegeneerd door een campagne door mortierbrigade. Die heeft een televisieluik, in radio, print en online.

(Media Marketing, 2013)



Ook dit jaar organiseert Studio Brussel de befaamde fundraising actie ‘Music for Life’. Tijdens de editie van 2013 zullen meerdere doelen gesteund worden. Ook dit jaar neemt mortierbrigade de gehele campagne voor haar rekening. Dit is zowel een audiovisuele- als printcampagne.




Cinema Cartoon's in Antwerpen failliet verklaard

Woensdag 25 september 2013 - 17:46
Belga

De alternatieve bioscoop Cartoon's in Antwerpen is failliet verklaard. Dat meldt Gazet van Antwerpen op zijn website. Het bericht wordt bevestigd door advocaat Wim Dejosse, die als curator is aangesteld. De bioscoop zat volgens Dejosse al een tijdje in slechte papieren na het overlijden van de voornaamste geldschieter, iemand uit Nederland.

Cartoon's, gelegen in een steegje in het historische centrum van Antwerpen tussen het stadhuis en de Scheldekaaien, was sinds de start in 1978 uitgegroeid tot een echt begrip in het Antwerpse en Vlaamse bioscooplandschap. Grote blockbusters waren er zelden te zien. De programmatie bestond voornamelijk uit Europese films en arthouseproducties, die in piepkleine zaaltjes werden afgespeeld. Vooral onder studenten was de cinema erg populair.
Voorlopig vinden er geen voorstellingen meer plaats bij Cartoon's, maar er wordt wel nog volop gezocht naar een mogelijke overnemer. Vervolgens zou er ook nog een akkoord gevonden moeten worden met de eigenaar van het bioscoopgebouw.
Volgens curator Dejosse werd Cartoon's de laatste tijd boven water gehouden door enkele Nederlandse aandeelhouders. De voornaamste geldschieter overleed echter onlangs, wat de financiële problemen in een stroomversnelling bracht.

(Belga , 2013)


Curator erg optimistisch over toekomst Cartoon's

Zaterdag 28 september 2013 - 09:55
Antwerpen

Er hebben zich ondertussen vijf kandidaten aangeboden om de arthouse bioscoop Cartoon’s over te nemen. Dat zegt meester Wim Dejosse, de curator. Het gaat om bedrijven uit de sector en om een aantal artiesten.
Cartoon’s boekte in 2012 een verlies van 136.963 euro. Na het overlijden van een van de twee aandeelhouders van de holding die als geldschieter fungeerde, was het boeken toe voor de enige arthouse bioscoop van Antwerpen. Toch lijkt niet alles verloren, want sinds bekend werd dat de bioscoop in faling ging, hebben al vijf kandidaten zich aangeboden om de zaak over te nemen.
“Het gaat enerzijds om mensen uit de branche van de arthouse bioscopen, en anderzijds om een aantal producers en kunstenaars”, zegt curator Wim Dejosse. Het gerucht deed afgelopen week heel eventjes de ronde dat ook Tom Barman, die nog in de bioscoop heeft gewerkt, zich kandidaat had gesteld. Maar dat blijkt niet te kloppen. “Ik heb de kandidaten de informatie verschaft die ze nodig hebben om hun oordeel te vellen”, aldus Dejosse. “Volgende week gaan we aan tafel zitten om de mogelijkheden te bekijken.”

Benefiet?


De organisatoren van een kleine manifestatie donderdagavond hadden gevraagd of het mogelijk is om de zaal bij wijze van fundraiser voor een avond te openen. “Ik sta open voor elk gesprek”, reageert Dejosse daarop.
“Maar de vraag is natuurlijk welk nut een benefiet heeft voor een bedrijf dat al failliet is. We moeten eens bekijken welke meerwaarde zo’n avond kan bieden. Maar nogmaals: mijn deur staat altijd open voor een gesprek. De massale interesse stemt mij in ieder geval optimistisch over de toekomst van de Cartoon’s.”

(Gazet Van Antwerpen, 2013)

De Antwerpse alternatieve bioscoop Cartoon’s is op dinsdag 24 september failliet verklaard. Cinema Cartoon’s was de kleinste en oudste bioscoop van Antwerpen en was erg populair bij studenten. Er werden vrijwel uitsluitend Europese en alternatieve films gedraaid. Deze arthousecinema zat al een tijd in slechte papieren, en door het overlijden van de voornaamste geldschieter werden de financiële problemen in een stroomversnelling gebracht. Momenteel is men volop op zoek naar een overnemer, reeds vijf kandidaten hebben zich gemeld. De verklaring van het faillissement bracht ook heel wat reactie teweeg op de sociale netwerksite Facebook.  De pagina ‘Red de Cartoon’s’ riep filmliefhebbers op om samen te komen voor de gesloten poort van Cinema Cartoon’s en te protesteren tegen de verdwijning van deze cultuurtempel.